Lees hier hoe het dagelijkse leven van een varken op de varkenshouderij er uit ziet. Van biggetje tot volwassen varken.
Voordat een biggetje geboren wordt, heb je een zeug ( vrouwtjesvarken) en een beer ( mannetjesvarken) nodig. De zeug wordt gedekt. Bij varkens noem je zwanger maken, dekken. Dit houdt in dat de zeug, meestal kunstmatig, de zaadjes van de beer in de buik krijgt.
De zaadjes van de beer, het sperma, wordt opgevangen, dit wordt later via een slangetje bij de zeug ingebracht, dit heet insemineren.
Een zeug is 3 maanden, 3 weken en 3 dagen (115 dagen) drachtig (zwanger). In deze tijd lopen de zeugen vrij rond in groepen in een rustige stal, in de dragende zeugenstal liggen alleen drachtige zeugen. De drachtige zeugen hebben veel rust en eten nodig, om de biggetjes goed te laten groeien.
Enkele dagen voor de biggen geboren worden, bij varkens noem je dit werpen, gaat de zeug naar de kraamstal. Dit is de stal met speciale hokken voor
de zeug om samen te zijn met de biggen.
Op de foto hiernaast zie je zo’n speciaal hok, een kraamhok. De zeug ligt in het midden. De biggen kunnen door het hele hok lopen. Er is aan de zijkanten vloerverwarming en er hangt een warmtelamp, zodat het voor de biggen lekker warm is. De meeste biggen gaan dan ook aan de zijkant op de vloerverwarming en onder de warmtelamp liggen.
Als de biggen aan de zijkant liggen, kan de zeug niet op de biggen gaan liggen. De zeug slaapt ongeveer 12 uur op een dag en ligt (slapend en dommelend) 16 tot 19 uur op een dag. Echt een lui varken dus!